Het eerste stadium van de teelt van maïs onder folie is de grondbewerking. Dit moet uiteindelijk leiden tot een geschikt (lees: fijn korrelig) zaaibed.
Grondbewerking begint met de beslissing wel of niet ploegen vóór de winter. De voordelen zijn: bij wat vorst breekt de grond in kleine deeltjes a.g.v. vochtuitzetting; het risico is als je een kletsnatte winter krijgt zonder enige vorst van betekenis dan heb je door te ploegen een grote brinta-brei gecreëerd. En het duurt in het voorjaar dan langer voordat dat weer een beetje bewerkbaar en begaanbaar is. Op klei-op-veen gronden is er nog een bijkomend risico en dat is : te diep ploegen (dieper dan 30 cm) dan breng je namelijk zure veengrond naar boven en daar wordt geen plant gelukkig van.
Ploegen is in vaktaal ‘een kerende grondbewerking’. Alternatief is dus in het voorjaar ploegen. Op veengrond met zo’n dun kleidek dus is een bewerking met een cultivator een alternatief. Een cultivator trekt de bovengrond met tanden los. Is dus geen kerende grondbewerking. Ligt er nog een grasmat dan moet die bij voorkeur worden doodgespoten, alvorens die onder wordt gewerkt. Tot slot maakt een rotoreg de grond mooi fijn.